Voor mensen met ASS is het vaak moeilijk om aan werk te komen.
Hier zijn verscheidene oorzaken voor. De oorzaken en de problemen zijn als volgt in te delen:
A. Werk vinden:
- Het tonen van ambitie
- Weten waarvoor je wordt aangenomen
- Begeleiding
- Inschatting van je capaciteiten
- Telewerken
- Sollicitatiegesprekken
B. Werk kunnen houden & de omgang met mogelijke problemen op het werk:
- Te eerlijk zijn
- Omgaan met ongeschreven regels en procedures en het tonen van respect
- Onderbrekingen van routine
- Werken in een drukke omgeving
- Gezichtsblindheid en kledingvoorschriften
- Problemen met oogcontact
- Zelfdiscipline en discipline van buitenaf

A. Werk vinden
Het tonen van ambitie
Het is vaak moeilijk om in een dynamische maatschappij te
functioneren als je van orde en regelmaat houdt en bovendien goed je werk
wilt doen. Daarnaast wordt er vaak enige ambitie van je verwacht.
Er was zelfs eens een autist die zijn werk prima deed, maar die
alsnog ontslagen werd. Zijn chef vond namelijk dat hij geen ambitie
toonde.
De autist in kwestie had het namelijk prima naar zijn zin in zijn
toenmalige arbeidspositie en zag niets in een hogere positie...
Weten waarvoor je bent aangenomen
Vaak worden mensen aangenomen waarna ze taken krijgen
waarvoor zij aanvankelijk niet waren aangenomen. Als je hierop niet
bent voorbereid, dan kan dit voor problemen zorgen.
Met autisten is het vaak zo dat hun capaciteiten op de werkvloer
worden overschat als hun autisme niet opvalt. Ze worden dan
behandeld als gewone mensen met standaard capaciteiten. Daardoor kun
je verantwoordelijkheden toegeschoven krijgen die je niet (goed)
aankan en waarvan je niet weet hoe je daarmee moet omgaan.
Je kunt je in een situatie gaan bevinden waarin je teveel
verantwoordelijkheid toegeschreven krijgt door je afdelingshoofd.
Dat kunnen zaken zijn die je niet goed kunt plaatsen, maar waarvan
het afdelingshoofd denkt dat je het wel aankan.
Dat kan doorgaan van kwaad tot erger.
Het beste is om dan met het afdelingshoofd te gaan praten. Durf je
zelf niet zo goed, dan kun je aan een collega vragen of die hierbij
misschien wil helpen. Neem dan wel een collega die je goed kent.
Daarna zal het afdelingshoofd met jou willen praten. In dat gesprek
kun je bijvoorbeeld aangeven dat je behoefte hebt aan iemand om op terug te
vallen.
Begeleiding
Autisten met een normale tot hoge intelligentie hebben eerder
iemand nodig om op terug te vallen, dan echte begeleiding. Dit wordt
vaak verkeerd begrepen door de mensen die ons moeten helpen. Het is
dan óf intensieve begeleiding óf niets. Er zit maar zelden iets
tussen.
Iemand die ergens nieuw komt te werken en om begeleiding
op het werk vraagt, zal met ongeloof worden aangehoord.
Een chef zal snel denken: JIJ begeleiding? Het ene gaat goed en
het andere wil niet. Maar als je het dan uitgebreid gaat hebben over
begeleiding, dan wordt dat gauw overbodig en overdreven gevonden.
Inschatting van je capaciteiten
Eén van de zaken waar iemand met ASS niet mee overweg bleek te kunnen, was
de software op computers. Die was voor hem vaak te ingewikkeld,
terwijl zijn collega's dachten dat hij er zich wel mee kon redden:
"Kijk maar gewoon in de handleiding." Helaas, die handleiding bleek
te weinig concreet en duidelijk en de autist kwam er niet uit.
Er moet duidelijk zijn hoeveel initiatief van je wordt verwacht. Het
kan zijn dat je van jezelf uit dingen moet doen, waar je helemaal
niet op zou komen.
Mensen met ASS zijn wel goed in het volgen van regels van vooraf ge-effende
paden. Maar als we helemaal zelf moeten bedenken wat we moeten doen
en hoe, dan wordt het problematisch. Je kunt dan gewoon zitten te
niksen, zonder een flauw idee te hebben waar je moet beginnen.
Telewerken
Het kan heel goed zijn dat je het prettigst in je eentje werkt.
Er zijn heel wat autisten die erg verward kunnen raken en onder druk
komen te staan als ze in een te drukke omgeving moeten werken.
Telewerken zou dan een oplossing kunnen zijn.
Desondanks voelt lang niet iedereen met autisme er iets voor om te
gaan telewerken.
"De hele tijd eenzaam en alleen achter een computer en niemand om
mee te overleggen? Nee dat lijkt me echt helemaal niks!"
Deze zin geeft aan dat er bij mensen met autisme ruwweg twee groepen
bestaan:
Er zijn er die veel alleen zijn, maar zich daar zelden of vrijwel
nooit eenzaam door voelen;
Daartegenover bestaan er ook personen die alleen zijn wel degelijk
ervaren als eenzaamheid.
Naast het probleem van eenzaamheid, is er nog een tweede probleem
met telewerken.
Telewerken hoeft geen probleem op zichzelf te zijn. Er speelt echter
wel een ander probleem mee: zelfdiscipline.
Wat dat betreft val je als autist tussen wal en schip: aan de ene
kant is het moeilijk om mensen om je heen te hebben tijdens het
werk. Aan de andere kant heb je toch mensen nodig om jou weer op
gang te helpen.
TIP: Kom eerst op gang op de afdeling, waar je collega's bij zijn.
Als je eenmaal op gang bent, kun je je af gaan zonderen en solitair
je werk gaan doen.
Sollicitatiegesprekken
Of je met succes een sollicitatiegesprek doorloopt,
hangt van een aantal factoren af, o.a.:
- Ervaring
- Lichaamshouding
- Mentaliteit
- Uitstraling
- Uiterlijk (kleding, of je gewassen bent, netjes gekamd e.d.)
Er is een voorbeeld van een autist die zijn
sollicitatiegesprek niet goed doorliep, ondanks het feit dat hij aan
de meeste van bovenstaande eisen voldeed.
Bij deze persoon was het zo dat degene die het gesprek afnam, hem
een nogal vreemd type vond, die waarschijnlijk niet in de groep
paste. Maar hij kon niet vertellen waarom hij dat vond.
Het is interessant dat mensen die een sollicitatiegesprek afnemen,
vaak onbewust op hun intuïtie afgaan en een autist er uitpikken zonder zich
daarvan bewust te zijn.
Dat kan komen doordat tijdens een sollicitatiegesprek bepaalde
verwachtingen gelden volgens een bepaald patroon. Autisten wijken
daar vanaf.
Veel autisten hebben een onvermogen meerdere dingen tegelijk te
kunnen. Gevolg: niet op al die zaken tegelijk kunnen letten tijdens
een sollicitatiegesprek. Tegelijkertijd een gesprek voeren en
lichaamshouding en andere zaken in de gaten houden kan erg lastig
zijn omdat veel autisten hierover steeds moeten nadenken en zich er
op moeten concentreren; deze processen verlopen bij hen niet
intuïtief.
Er bestaan overigens veel boeken over hoe je het beste een
sollicitatiegesprek kunt voorbereiden en doen.

B. Werk houden/ Omgaan met problemen op het werk
Te eerlijk zijn
Autisten hebben moeite om onwaarheden te vertellen.
Aan de ene kant wordt dergelijke eerlijkheid gewaardeerd.
Daartegenover staat dat deze eerlijkheid vaak vreemd wordt gevonden.
Aan de hand van de volgende voorbeelden, op basis van het werken in
een computerzaak, wordt dit nader uitgelegd:
Voorbeeld 1:
Het kan voor een autist moeilijk zijn op wat al te optimistische
wijze klanten voor te houden dat een reparatieduur slechts 2 dagen
zal duren. Terwijl dat best 4 dagen kunnen worden. Deze wijze van
klantmanipulatie wordt in de hand gewerkt door een hoge werk- en
tijdsdruk. Klanten lijken dit ook te verwachten.
Voorbeeld 2:
Af en toe mankeert er nog wat meer aan een machine dan datgene wat
de klant zelf had opgemerkt. Een autist kan dan zo eerlijk zijn om
die klant daarop attent te maken. Als reactie krijgt hij dan: "Oh,
nou, maak dat dan ook nog maar even in orde."
Daar wordt de autist door zijn chef op aangesproken: "Dat moet je
niet doen, dat kost alleen maar extra tijd (=geld). Bovendien komen
klanten nog eens terug als er nog wat anders aan mankeert."
Dit is een heel subtiel gebeuren: het is voor een autist heel
moeilijk te bepalen wanneer je eerlijk moet zijn en wanneer niet.
Het lijkt je wellicht vreselijk dat je van hogerhand krijgt opgelegd
om je werk niet goed te doen.
Hier speelt ook een tegenstrijdigheid: enerzijds een enorme roep om
het goed te doen, anderzijds hierin beperkt worden.
Omgaan met ongeschreven regels en procedures en tonen van respect
Op je werk wordt er gewoonlijk van je verwacht dat je je houdt aan
een aantal ongeschreven regels, zoals:
a. Je doet mee met de conversaties met de rest van het personeel in de
pauzes
b.
Eigen werkmethodes worden vaak niet op prijs gesteld
a. Meedoen met de rest van het personeel tijdens de pauzes
Misschien ben je je tijdens pauzes op school, of tijdens je werk je
wel eens bewust geworden van een vreemde gewaarwording:
Mensen storen zich er aan als je tijdens de pauzes niets zegt.
Als iedereen meepraat tijdens de pauzes, waarover dat ook gaat, en
jij doet niet mee, dan wordt dit als storend ervaren.
Als je je van de rest van de groep (klas of werkploeg) afzondert,
dan wordt dit al helemaal niet gepikt.
Degenen die tijdens de pauze dan wel samen pauzeren beoordelen dit
soms als: "Hij voelt zich te goed voor ons en daarom gaat hij alleen
zitten."
Met andere woorden: niet meedoen wordt ervaren als gebrek aan
respect tonen en soms zelfs als een teken van regelrechte
verwaandheid.Dit gevaar zo te worden beoordeeld loopt een autist
vaak als hij liever op zichzelf blijft. Een extra moeilijkheid is dat
onervaren autisten deze situatie niet van tevoren niet aan zien
komen.
b. Eigen werkmethoden worden vaak niet op prijs gesteld
Vaak wordt gezegd in een bedrijf: "Zoals jij werkt, doen wij dat
hier niet."
Ze verlangen van je dat je op dezelfde manier werkt als je
collega's, ook al is dat nergens officieel vastgelegd.
Het werken op een andere manier dan je is voorgedaan, kan het idee
geven dat je geen respect toont voor andermans zienswijze en
ervaring.
Het probleem is op te lossen, mits je goed in
staat bent met anderen te overleggen.
Een veelgebruikt trucje om je eigen methoden te verdedigen is deze:
Je kunt beter niet direct ergens tegenin gaan als je het er niet mee
eens bent. Daarmee gooi je alleen olie op het vuur bij degene die
kritiek op je heeft.Je kunt veel beter tegen die ander zeggen waar
je het wel mee eens bent en waarom je het er met hem over eens bent.
Daarna pas som je je eigen argumenten op. Blijf ook vooral rustig,
wind je niet meteen op als je kritiek krijgt. Veel autisten vatten
kritiek namelijk nogal eens persoonlijk op, terwijl die kritiek vaak
niet zo bedoeld is. Wees daar bedacht op.
Onderbrekingen van routine
Veel mensen met autisme hechten erg aan regelmaat en
voorspelbaarheid.
Zo kun je je bij onderbreking van je routine heel opgelaten voelen.
Dan wordt je onrustig en zenuwachtig, omdat je niet weet wat er gaat
gebeuren. Daar kun je tegenop zien. Als je eenmaal routine hebt, dan
weet je ook hoe het moet.
Een beetje variatie mag best, zolang het maar niet teveel is.
Werken in een drukke omgeving
In een lawaaiige omgeving werken, zoals een werkplek met veel
collega's kan problemen opleveren.
De concentratie wordt er aanmerkelijk door verzwakt.
Autisten die overgevoelig zijn voor harde geluiden, worden komen erg
onder druk te staan.
Veel mensen met ASS hebben moeite onderscheid te maken tussen
verschillende signalen van buitenaf. Dit probleem is ook bekend van
feestjes, zoals bijvoorbeeld een verjaardagsvisite. Dit kan
uitputtend zijn voor mensen met ASS.
Gezichtsblindheid en kledingvoorschriften
Gezichtsblindheid (propagnosia) levert problemen op bij het
onderscheiden van mensen met dezelfde kleding, kapsel, geslacht,
leeftijd en dergelijke meest opvallende uiterlijke kenmerken. Het is
inmiddels algemeen vastgesteld dat veel mensen met ASS
propognosia hebben.
Een autist die in Amerika op een school zat waar schooluniformen
gedragen werden, vertelde eens dat hij er helemaal gek van werd. Hij
wist namelijk nooit wie wie was.
Anderen hebben er moeite mee om mensen van hun werk te herkennen als
zij hen in een andere omgeving tegenkomen. Bijvoorbeeld als wanneer
zij hen in de stad tegenkomen.
Het kan zijn dat je altijd lange tijd nodig had om gezichten van elkaar te onderscheiden. Dit laatste is niet
hetzelfde als propagnosia.
Problemen met oogcontact
In de dierenwereld betekent het hebben van oogcontact vaak gevaar.
Alsof het ene dier tegen het andere zegt: "Ik ga jou aanvallen", of:
"Ik waarschuw je!"
Bij mensen is die oerfunctie waarschijnlijk geevalueerd tot een sociale
en vredelievende functie.
Veel autisten echter, mijden oogcontact. Bij hen heerst blijkbaar
nog steeds die oerangst voor oogcontact. Als iemand geen oogcontact
maakt, terwijl een ander tegen hem praat, kan dat voor die andere de
volgende vragen opwerpen:
"Luistert hij nou eigenlijk wel naar wat ik zeg? Interesseert het
hem soms niet?"
De meeste autisten kijken dan met de ogen neergeslagen. Een enkeling
wil echter ook wel eens naar boven "wegkijken". Dit kan bijzonder
storend overkomen:
"Hij kijkt mij niet eens aan, hij voelt zich te goed voor mij!"
Deze problemen zijn te verhelpen door de ander af en toe aan te
kijken en hoofdknikken te geven op momenten waarop je de ander
begrijpt. Op die manier stel je de ander gerust.

Zelfdiscipline en discipline van buitenaf
a. Zelfdiscipline
Veel mensen met ASS hebben problemen hun tijd in te delen en
hun werk te structureren. Om ergens aan te beginnen, eraan toe te
komen.
Je kunt bijvoorbeeld moeite hebben met zelfdiscipline als je even
iets aparts moet verrichten dat van het routinematige werk afwijkt.
Stel dat je collega's altijd bezig zijn, wanneer jij ergens voor aan
wil kloppen waar hij/zij zelf niet uit komt. Dan kan het gebeuren
dat je het het dan alsmaar weer uitstelt.
b. Discipline van buitenaf
Volgens je eigen routines werken kan voor jou makkelijker zijn, dan
werken volgens andermans routines. Wellicht zou je het liefst zelf
je werktempo en werkwijze bepalen.
Toch hoeft het echter geen probleem te zijn om volgens andermans discipline te werken.
Als het duidelijk wordt uitgelegd, is het gemakkelijker te doen.
Tot slot een aantal feiten.
Een meerderheid van mensen met autisme in Nederland:
- Kan zichzelf niet financieel onderhouden, zij zijn afhankelijk van een uitkering en/of hun ouders
- Bevindt zich in een moeilijke positie op de arbeidsmarkt
- Heeft moeite om een behoorlijke boterham te verdienen
- Werkt onder het intellectuele niveau
Bewerking van een tekst van Ivo Kremer, medeoprichter van Stichting Autsider.
Image courtesy of Stockimages at
FreeDigitalPhotos.net
|
|